Dag 3

Puzzel 1

De puzzelcode is gedecodeerd en bevat de volgende data; timestamp gisteren:
"De wereld is vuil en vol verderf. Ik ben de vuilnisman en vandaag is afvaldag. Ik kom het vuil halen zodat het de wereld niet meer besmeurd.
Mijn eerste doelwit stelde niet veel voor; een kleine speler in het criminele circuit. Ik heb mijn vooronderzoek gedaan: een man van middelbare leeftijd die in 1993 naar Enschede kwam om de boekhouding voor de lokale Yakuza te regelen. Geboren in 1969 in Sapporo en 1992 afgestudeerd van de Otaru University of Commerce kwam hij snel in de schulden te zitten. Zo kwam hij in het criminele circuit terecht. Door zijn creatieve boekhouden had hij zijn schuld al snel afgewerkt, maar omdat hij er goed kon verdienen bleef hij daar rondhangen. Hij is sinds 2003 naar meerdere locaties gestuurd om daar de boekhouding op orde te sturen. Hij werkte sinds 2010 In Enschede.
Ik weet niet waarom de Don hem weg wilde hebben. Eigenlijk boeit me dat ook niet. Hij was zwak en slecht, en het lot heeft bepaald dat hij weg moest. Daar ben ik voor. Ik ben een instrument. Ik kies niet wie er opgeruimd worden, ik ruim op.
De Zakjapanner was een gewoontedier. Hij neemt altijd dezelfde route, dus wist ik hem te vinden. In de schemering heb ik hem opgewacht tot hij klaar was met zijn zaken. Ik volgde hem naar een plek met weinig mensen. Omdat hij over normale wegen liep moest ik mijn moment goed uitkiezen. Ik haalde mijn pianodraad uit mijn binnenzak en hield het paraat. De laatste voetganger ging de hoek om. Met een snelle beweging zwaaide ik het draad om zijn nek en trok hem het donker in. Met gemak tilde ik hem tot op zijn tenen en verder. Een paar seconden later liet ik hem weer zakken.
Nu ligt de Zakjapanner bij het vuil. Binnenkort komen de vuilnismannen hem wegnemen en is de wereld iets meer schoon. Ik heb mijn kaart achtergelaten waar het gebeurde; als teken. Dit wordt nog een lange avond. Tijd voor de volgende zondaar."

Dag 3

Puzzel 2

De puzzelcode is gedecodeerd en bevat de volgende data; timestamp gisteren:
“De Kleine Beer. Ondanks zijn postuur keek hij toch op me neer. Die arrogantie is een doodzonde, en daarom is hij nu opgeruimd.
Mijn eerste poging om hem op te ruimen ging niet goed. Ik had hem achtervolgd tot een brug de Cubicus in. Gelukkig voor mij zat de deur naar binnen op slot. Ik haalde mijn straatveger van mijn rug om de klus af te maken. Tegelijkertijd klom de Orso over de railing om het water in te duiken. Ik richtte zo snel als ik kon. Ik schoot een schot hagel en hoorde een kreet van pijn. Toen een plons. De klus was geklaard, dacht ik. Het water werd langzaam rood terwijl de Kleine Beer stil in het water dreef. Een nieuw monster in de Cubicusvijver, alleen kwam deze achteraf te snel weer boven water drijven.
Ik heb contact met wat kleine spelers hier op de campus; lokaal tuig dat zich verkleed als cavalli. Ik hoorde dat ze nogal gevoelig zijn voor procenten, dus ik heb ze omgekocht met de prosecco die ik uit Italia heb meegenomen. Alcoholisten. Die krijg ik later wel. De Cavalli vertelden me dat ze de Kleine Beer weer hadden zien rondlopen. Hem moet ik eerst opruimen. Goed opruimen dit keer.
Ik pakte zijn spoor weer op bij de Cubicus. Eerst dacht ik dat hij een idioot was om hier weer terug te komen. Maar toen ik naar binnen stapte zag ik zijn plan. Hij wilde me hier kwijt raken. Gelukkig liep er een grote rode streep over de vloer die ik makkelijk kon volgen. Ik kwam in een kamer waar het spoor ophield. Geen Kleine Beer, wel een gebruikte verbandtrommel. Ik was dichtbij, de stank van goedkope wodka hing zwaar in de lucht. Plotseling vloog er een kast open waar de Orso uit kwam springen. Ik dook opzij, maar voelde iets op mijn wang dat tegelijkertijd brandend en ijskoud aanvoelde. Ik greep er met mijn hand naar en zag dat ik bloedde. Hij had zijn fles wodka stuk geslagen. Aan een van de punten kleefde een rode vloeistof. Hij was slim, maar niet zo slim als hij dacht. Ik pakte een veel te dik boek op en gooide die naar de kast waar hij nu voor stond. De Orso dook weg en de kast kwam met veel lawaai neer. Terwijl hij op de grond lag trapte ik hem tegen zijn hoofd. Hij schreeuwde en liet de fles los. Ik pakte de fles op, en met mijn andere hand pakte ik de Kleine beer bij zijn kraag. Beduisd door mijn trap stribbelde hij niet veel tegen. Met zijn fles wodka sneed ik hem de keel door.
Ik stopte hem weer in de kast waar hij uit gesprongen was. Ik sleepte de kast mee en volgde het bloedspoor terug om zo zonder te verdwalen weer naar buiten te komen. Ik ging weer naar de brug om boven een diep stuk in de vijver te komen. Ik heb de kast over de rand gedumpt. Na een half uur wachten heb ik mijn kaart achtergelaten. Een windvlaag waaide op en nam hem mee. Maakt niet uit. Het vuil hoort toch wel van me.
Note: Nieuw pak kopen. De Kleine Beers vuilheid zit op mijn oude.”

Dag 3

Puzzel 3

De puzzelcode is gedecodeerd en bevat de volgende data; timestamp maandag:
“Dit was de moeilijkste opdracht die ik ooit gekregen heb. De Don zei dat ik iemand moest opruimen binnen onze eigen organisatie. Iemand die ik persoonlijk heel goed ken. Mijn eigen broer.
Federico en ik groeiden samen op in Palermo. Papi was een schoenmaker; niet erg roemrijk, maar een eerlijk vak. Mama zorgde goed voor ons. Ze maakte de lekkerste lasanga die er was. Het leven was rustig en er gebeurde niet veel. Totdat zij kwamen.
Ik en Federico waren nooit meer hetzelfde, maar het doet me wel spijt dat het nu tot dit gekomen is. Het is zeker terecht, dat maakt het alleen niet makkelijker. Hij deed al jaren vuil werk. Niet zozeer als werk, hij deed het gewoon. Dit was mijn fratellino niet meer. Dit was vuil.
Federico was slordig. Waar hij geweest was liet hij een spoor van bloed en ellende na. Hij was niet moeilijk te vinden. Via mijn connecties hoorde ik van een hit hier in de buurt. De politie wil het geheim houden. Gelukkig is mijn netwerk beter dan dat. Al snel vond ik voetsporen die het bos inleidden. Niet alleen dat, over de voetsporen heen was een hint van een sleepspoor te zien.
Ik volgde het spoor het bos in. Natuurlijk was dit waar hij geweest was. Een hoop omgewoelde aarde vertelde me alles. De modderige sporen van zijn laarzen waren ook niet te missen. Ik liep ze na, het bos uit. Ik stond voor een groot gebouw met hekken eromheen. Dit was de Hogekamp. Niemand komt er ooit, dus is het de perfecte plek voor een schuilplaats.
Ik klom door de hekken en liep naar binnen. Het begon al wat te miezeren, dus dat vond ik niet zo erg. Plotseling bleef mijn voet achter iets haken. Ik hoorde ver boven me geratel en zag dat het touw bij mijn voeten daar ook heen liep. Hij wist dus dat ik er was. Voorzichtig liep ik de trappen op. Schuin boven me zag ik een klein lichtpuntje en hoorde ik wat zwak gelach. Dat was Federico niet. Ik rende de trap op en richtte mijn straatveger op de lichtpunt. Ik hoorde een gil en zag twee schaduwen de hoek in kruipen terwijl het lichtpuntje naar de grond viel. Ik scheen mijn zaklamp de hoek in en zag twee stoners me doodsbang aanstaarden. Geen tijd nu. Mijn prioriteit is nu Federico.
Waarom moest hij nou ook in zo’n toren zitten. Zo veel trappen hier. Ik zat op de achtste verdieping, veel hoger kon ik niet. Nog een trap. Het was veel te donker. Zelfs met mijn zaklamp zag ik niks. Negende verdieping, tiende. Hier moest het zijn. Ik kon de regen op het dak nu echt horen. Alle deuren hier stonden open, op een na. Daar moest Federico zijn. Ik hield mijn straatveger in de aanslag en deed voorzichtig de deur open. Een felle knap deed mijn reflexen primen. Ik dook op de grond en hoorde een enorme knal. Ik keek achterom en zag een groot gat in de muur achter me. Voor me stond een rokende shotgun op een tafel. Merda! Dat had ik moeten zien aankomen.
Voor me stond mijn broertje nu. Hij hield een pistool op mijn hoofd gericht. Bliksem vulde de kamer. Gedonder deed het gebouw trillen. Ik greep mijn kans en tackelde Federico. Een kogel schoot en plafond in. Federico’s pistool gleed over de grond naar de achterkant van de kamer. Ik sloeg Federico in zijn gezicht. Hij sloeg mij net zo hard terug. Ik viel van hem af en hij zette het op een sprinten. Snel stond ik op en richtte mijn straatveger op zijn rug. Hij wilde de trap af rennen. Ik schoot, maar hij rende de trap omhoog op. Vlug zette ik de achtervolging in. Boven was alleen het dak nog maar.
Regen bulderde neer. Federico stond aan de rand van het dak. Rustig liep ik naar hem toe, mijn straatveger steeds gericht. Tot ik oog in oog met hem stond bij de afgrond. Hij liep naar me toe om me te omarmen. “Fratello!” zei hij. Dit was mijn fratellino weer. Bliksem flitste. Ik schoot. Federico viel naar beneden. Donder brulde. Ik gooide mijn kaart achter hem aan.
Beneden aangekomen lag daar het kapotte lichaam van mijn fratellino. De stronzo die hij geworden was verdiende dit. Mijn fratellino niet. Uit respect voor hem bracht ik hem naar een mooi plaatsje in het bos. Ik moet mijn volgende opdracht halen.”

Dag 3

Puzzel 4

De puzzelcode is gedecodeerd en bevat de volgende data; timestamp vandaag:
“Ik ben gebroken. Ik ben zwaargewond, er zit een gat in mijn borst, mijn been bloed en ik mis mijn linkerhand. Maar dat is nog niks vergeleken met de pijn die ik voel omdat mijn liefste weg is.
Toen ik bij Don Razzo kwam wist ik dat er iets verkeerd was. Normaal stuurt hij een willekeurige loopjongen. Ik had de Don ook maar een keer eerder gezien, toen hij mij inlijfde om wraak te nemen op Don Drop. Dit beloofde dus niet veel goeds. En ik had gelijk. De hit die hij gevraagd had was op Miyuki, mijn vriendin.
Miyuki was een assassino voor de yakuza. We kwamen elkaar tegen op een opdracht 5 jaar terug. We voerden allebei een hit uit op dezelfde cazzo. Balkantuig dat van beide families gestolen had, coglione. Natuurlijk kon er maar een iemand de kill claimen. We kwamen elkaar zo meerdere keren tegen. De race werd steeds heter. Uiteindelijk won zij die race. Ik won de race bij haar thuis.
Ik kende haar doen en laten en wist wat ze zou doen vandaag, dus ik kon haar makkelijk vinden. Ze zag me bij haar huis aankomen. Ik liep naar haar deur toe, wetend wat ik moest doen, maar nog niet zeker over wat ik ging doen. Toen ze de deur open deed zag ik in haar ogen dat ze wist waarom ik kwam. Ze liet me binnen en nodigde me uit om in de woonkamer te gaan zitten. Het was traditioneel Japans ingericht, met kussens op de grond om op te zitten en een familiezwaard aan de muur. Zij liep de keuken in. Ik rook de heerlijkste espressogeur uit de keuken komen; zij wist altijd de beste espresso te zetten.
Ze kwam de keuken uit met een dienblad in haar handen. Op het dienblad stonden twee kleine kopjes. Het volgende moment vielen de kopjes uit elkaar op de grond en stak er een mes uit mijn borst. Dat mes moest ze wel onder het dienblad verstopt hebben. Ik rukte het mes met kracht uit mijn borst en slingerde het richting haar. Het had weinig zin. Ze was veel te behendig. Ik greep mijn stiletto uit mijn borstzak en volgde op met een steek richting haar borst. Ze dook aan de kant en ik viel over de lage tafel. Ik keek op en zag dat ze het zwaard van de muur getrokken had. Ik had haar bekwaamheid met dat wapen al gezien. Mijn kansen leken niet goed.
Met een hoorbare swoosh kwam het wapen neer. Ik rolde opzij. Zij was zo snel. Mijn linkerhand was niet snel genoeg. Ik slaakte een kreet van pijn en maakte een troep van Miyuki’s vloer. Nog een swoosh. Ik kon nog net mijn voet achter haar been haken en haar onderuit halen. Ze viel achterover op de tafel. Ik pakte een zitkussen. Voor zij overeind kon komen zat ik bovenop haar. Ik duwde het kussen tegen haar gezicht. Ik drukte net zo lang tot ze stopte met bewegen. Ik had me nog nooit zo rot gevoeld na een klus.
De kamer was een grote puinhoop. Pas nu voelde ik hoe erg alles zeer deed. Mijn riem bond ik om mijn arm om het bloeden zo veel mogelijk tegen te gaan. Ik vond mijn stiletto naast me. Ik zocht verder naar mijn missende hand. Ineens zag ik een zilverkleurige glimmering vanuit een ooghoek op me af komen. Ik stak mijn stiletto in de richting waar het vandaan kwam. Het kwam tot rust in de keel van Miyuki. Ze lachte haar liefste blik die zei dat ze het niet erg vond en zakte naar de grond. Ik wou dat ik meer voor haar kon doen, dat ik haar nog het respect kon geven dat haar toekwam. Maar ik had snel medische hulp nodig. Ik zal je intens missen, Miyuki.”

Dag 3

Puzzel 5

De puzzelcode is gedecodeerd en bevat de volgende data; timestamp vandaag:
“De dokter haal ik niet meer. Ik voel mezelf met de minuut zwakker worden. Ik zal niet zeggen dat ik dit niet verdien, toch ga ik liever nog niet. Ik kan niet lang meer volhouden. Dit wordt mijn laatste brief.
Ik vond mezelf altijd een goed persoon. ik dacht dat ik de wereld een betere plek maakte. Ik maakte de wereld vrij van vuil, een schonere, betere plek. Schoon van zonde, schoon van smet. Maar hoe ik ook zou proberen, het zou me nooit gelukt zijn; door mijn daden ben ik zelf vuil geworden. Daardoor wordt de wereld een beetje beter nu ik weg ben.”

Dag 3

Puzzel 6

De puzzelcode is gedecodeerd en bevat de volgende data; timestamp een paar weken terug:
“Rozen zijn rood,
viooltjes zijn blauw,
Lieve Miyuki,
Hmm, wat rijmt er op Miyuki?

Ogen donkerbruin,
Verdrinkend in hun diepte,
Ik kan geen haiku’s.


Ik haal wel bloemen voor haar.”

Dag 3

Puzzel 7

De puzzelcode is gedecodeerd en bevat de volgende data; timestamp vandaag:
“Ondanks mijn zorgvuldige werk denk ik dat mensen mijn spoor hebben opgepikt. Ik heb de laatste dagen veel mensen ‘s nachts zien rondlopen. Ze lijken me onderdeel van een syndicaat dat ik niet ken, gekenmerkt door neongekleurde bandjes om hun arm. Eerst dacht ik dat die idioti maar wat willekeurig rondliepen. Ze leken me totaal incapabel en niet in het geringste intelligent genoeg om wat voor hints dan ook op te lossen. Ik negeerde ze dus voornamelijk en richtte me op mijn eigen werk.
Toen kwam ik een groep van die mensen tegen die elkaar aanvielen. Ze gebruikten geïmproviseerde wapens om elkaar van het leven te beroven. Ik ben tot de conclusie gekomen dat deze mensen ook vuil zijn. Ik laat ze eerst elkaar zoveel mogelijk opruimen. Ik hoop dat de overlevers mijn calling cards volgen; die zullen hen recht naar mij leiden, zodat ik de smet die ze zijn kan verwijderen."

Dag 3

Puzzel 8

De puzzelcode is gedecodeerd en bevat de volgende data; timestamp achttien jaar geleden:
“Ik heb het ze betaald gezet, de bastardi die mijn papi en mami hebben vermoord. Don Drop is dood, net als de helft van zijn syndicaat.
Vlak nadat zij langskwamen kwam er een andere Don op bezoek, Don Giovanni Razzo. Hij had een rode ‘R’ geborduurd op zijn borst en een perzische kat in zijn armen. Hij bood me de kans voor vendetta op Don Drop. Don Razzo zei dat hij me de middelen zou geven als ik achter Don Drop aan zou gaan.
Ik kreeg de keuze uit verschillende wapens. Mijn oog viel gelijk op twee dingen: een sierlijk gegraveerde stiletto, en een semi-automatische shotgun. Ook kreeg ik zoveel munitie als ik kon dragen.
Ze stuurden me de goede richting op en ik ging aan de slag. Ik weet niet meer zo goed wat er daarna gebeurd is. Ik herinner me nog wel dat ik in een kantoor stond. Ik stond over Don Drop gebukt. Hij lag op de grond. Met mijn stiletto in zijn slaap.
Don Razzo heeft me een plek aangeboden in zijn organisatie. Ik zal de wereld bevrijden van vuil zoals Don Drop. Ik zal dit nobele doel bereiken met de hulp van mijn stiletto en mijn shotgun, mijn straatveger. Waar vuil is ruim ik dat op, tot de hele wereld schoon is.”